INCONTINENTIE
Mictiestoornis en defectiestoornis (Incontinentie), bij kinderen
Wat is mictiestoornis en defectiestoornis?
Bij een mictiestoornis en defectiestoornis is er sprake van plas- en of poepproblemen. Er zijn kinderen die geen controle hebben over het plassen (incontinentie). Er zijn verschillende vormen van incontinentie:
– Overactieve blaas: Een kind heeft heel vaak het gevoel dat zij/hij moet plassen.
– Disfunctionele mictie: Kinderen zijn niet meer in staat zijn om hun bekkenbodemspieren te ontspannen. Hierdoor kan de blaas zich niet volledig legen.
– Hypoactieve blaas: Een kind met hypoactieve blaas heeft ook wel een onderactieve blaas. Meestal herkent het kind de seintjes van de blaas niet meer. Je weet dus niet wanneer je aandrang hebt.
Daarnaast kan een kind last hebben van obstipatie. Dit houdt in dat dagelijkse stoelgang wordt
overgeslagen.
Rol van de kinderfysiotherapeut
Vaak wordt er in combinatie met medicatie de hulp ingeroepen van een kinderfysiotherapeut en/of incontinentieverpleegkundigen. De desbetreffende kinderfysiotherapeut heeft een aparte opleiding gevolgd tot kinderbekkenfysiotherapeut. Een kinderbekkenfysiotherapeut kan met behulp van oefentherapie een kind met incontinentie problemen helpen. De therapie bestaat voor een deel uit een cognitieve training en voor een deel uit fysieke training waarbij lichaamsbewustzijn, de ademhaling, de ontspanning en de bekkenbodemfunctie worden geoefend. Een voorwaarde voor deze therapie is dat het kind rijp genoeg is om de instructies te begrijpen (schoolrijp). Daarnaast hebben ouders een belangrijke rol bij de therapie.
LINKS & ANTWOORDEN
MENU